Woordenlijst

Fins – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/129244598.webp
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/113248427.webp
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/110775013.webp
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/117890903.webp
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/119269664.webp
slagen
De studenten zijn geslaagd voor het examen.
cms/verbs-webp/95655547.webp
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
cms/verbs-webp/100011426.webp
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/107996282.webp
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/86710576.webp
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
cms/verbs-webp/59552358.webp
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
cms/verbs-webp/128644230.webp
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
cms/verbs-webp/85860114.webp
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.