Woordenlijst

Koerdisch (Kurmanji) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/23257104.webp
duwen
Ze duwen de man het water in.
cms/verbs-webp/81025050.webp
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
cms/verbs-webp/120015763.webp
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
cms/verbs-webp/97593982.webp
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/98977786.webp
noemen
Hoeveel landen kun je noemen?
cms/verbs-webp/35071619.webp
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.
cms/verbs-webp/121670222.webp
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/112407953.webp
luisteren
Ze luistert en hoort een geluid.
cms/verbs-webp/78342099.webp
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
cms/verbs-webp/68435277.webp
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
cms/verbs-webp/114272921.webp
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
cms/verbs-webp/46565207.webp
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.