Woordenlijst

Deens – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
iets
Ik zie iets interessants!
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ook
Haar vriendin is ook dronken.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
cms/adverbs-webp/67795890.webp
in
Ze springen in het water.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.