Woordenlijst

Roemeens – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
veel
Ik lees inderdaad veel.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.