Woordenlijst

Deens – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
cms/adverbs-webp/142768107.webp
nooit
Men moet nooit opgeven.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.