Woordenlijst

Fins – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
cms/adverbs-webp/80929954.webp
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Zonne-energie is gratis.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/178600973.webp
iets
Ik zie iets interessants!
cms/adverbs-webp/93260151.webp
nooit
Ga nooit met schoenen aan naar bed!
cms/adverbs-webp/134906261.webp
al
Het huis is al verkocht.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
cms/adverbs-webp/166784412.webp
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?