Žodynas

Išmok prieveiksmių – olandų

cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
kartu
Abu mėgsta žaisti kartu.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
vėl
Jis viską rašo vėl.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
vėl
Jie susitiko vėl.
cms/adverbs-webp/121005127.webp
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
ryte
Turėjau daug streso darbe ryte.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
naktį
Mėnulis šviečia naktį.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
kur nors
Triušis pasislėpė kur nors.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
jau
Jis jau miega.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
lauke
Sergantis vaikas negali eiti laukan.
cms/adverbs-webp/133226973.webp
net
Ze is net wakker geworden.
tik
Ji tik atsibudo.
cms/adverbs-webp/54073755.webp
erop
Hij klimt op het dak en zit erop.
ant jo
Jis lipa ant stogo ir sėdi ant jo.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
lauke
Šiandien valgome lauke.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
visi
Čia galite matyti visas pasaulio vėliavas.