Žodynas

Išmok prieveiksmių – olandų

cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
bet kada
Galite mus skambinti bet kada.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
vienodai
Šie žmonės yra skirtingi, bet vienodai optimistiški!
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
į
Ar jis eina į vidų ar į lauką?
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
pakankamai
Ji nori miegoti ir jau pakankamai triukšmo.
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
beveik
Jau beveik vidurnaktis.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
lauke
Šiandien valgome lauke.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
kur nors
Triušis pasislėpė kur nors.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
tačiau
Namai maži, tačiau romantiški.
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
niekur
Šie takai veda niekur.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ook
Haar vriendin is ook dronken.
taip pat
Jos draugė taip pat girta.