Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

illegaal
de illegale drugshandel
illegal
the illegal drug trade

vrijgezel
de vrijgezelle man
single
the single man

oranje
oranje abrikozen
orange
orange apricots

verlegen
een verlegen meisje
shy
a shy girl

legaal
een legaal pistool
legal
a legal gun

onmogelijk
een onmogelijke toegang
impossible
an impossible access

nieuw
het nieuwe vuurwerk
new
the new fireworks

hartig
de hartige soep
hearty
the hearty soup

afhankelijk
medicijnafhankelijke zieken
dependent
medication-dependent patients

grappig
de grappige verkleedpartij
funny
the funny disguise

uitstekend
het uitstekende eten
excellent
an excellent meal
