Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

enorm
de enorme dinosaurus
huge
the huge dinosaur

wekelijks
de wekelijkse vuilnisophaaldienst
weekly
the weekly garbage collection

Engelstalig
een Engelstalige school
English-speaking
an English-speaking school

legaal
een legaal pistool
legal
a legal gun

derde
een derde oog
third
a third eye

bekend
de bekende Eiffeltoren
famous
the famous Eiffel tower

fit
een fitte vrouw
fit
a fit woman

zwak
de zwakke zieke
weak
the weak patient

elektrisch
de elektrische bergbaan
electric
the electric mountain railway

intelligent
een intelligente student
intelligent
an intelligent student

zacht
het zachte bed
soft
the soft bed
