Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

zwart
een zwarte jurk
black
a black dress

gemeen
het gemene meisje
mean
the mean girl

sociaal
sociale relaties
social
social relations

geniaal
een geniale vermomming
genius
a genius disguise

nutteloos
de nutteloze autospiegel
useless
the useless car mirror

vertraagd
het verlate vertrek
late
the late departure

afgelegen
het afgelegen huis
remote
the remote house

zacht
het zachte bed
soft
the soft bed

hedendaags
de hedendaagse kranten
today‘s
today‘s newspapers

menselijk
een menselijke reactie
human
a human reaction

vol
een volle winkelwagen
full
a full shopping cart
