คำศัพท์

เรียนรู้คำกริยา – ดัตช์

cms/verbs-webp/112286562.webp
werken
Ze werkt beter dan een man.
ทำงาน
เธอทำงานได้ดีกว่าผู้ชาย
cms/verbs-webp/47225563.webp
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
คิดร่วม
คุณต้องคิดร่วมในเกมการ์ด
cms/verbs-webp/102853224.webp
samenbrengen
De taalcursus brengt studenten van over de hele wereld samen.
นำมา
หลักสูตรภาษานำนักศึกษาจากทั่วโลกมาพบกัน
cms/verbs-webp/110646130.webp
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
ปกคลุม
เธอได้ปกคลุมขนมปังด้วยชีส
cms/verbs-webp/853759.webp
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
ขาย
ของถูกขายออก
cms/verbs-webp/81885081.webp
aansteken
Hij stak een lucifer aan.
เผา
เขาเผาไม้ขีด
cms/verbs-webp/51465029.webp
achterlopen
De klok loopt een paar minuten achter.
วิ่งช้า
นาฬิกากำลังวิ่งช้าซักไม่กี่นาที
cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
ออก
สาวๆชอบไปเที่ยวด้วยกัน
cms/verbs-webp/89869215.webp
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.
เตะ
เขาชอบเตะ, แต่เฉพาะในฟุตบอลโต๊ะเท่านั้น
cms/verbs-webp/111063120.webp
leren kennen
Vreemde honden willen elkaar leren kennen.
รู้จัก
สุนัขที่แปลกปลอมต้องการรู้จักกัน
cms/verbs-webp/85191995.webp
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
ร่วมกัน
สิ้นสุดการต่อสู้ของคุณและได้ร่วมกันที่สุด!
cms/verbs-webp/95655547.webp
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
ปล่อยให้ไปข้างหน้า
ไม่มีใครต้องการปล่อยให้เขาไปข้างหน้าที่เคาน์เตอร์ซุปเปอร์มาร์เก็ต