Ordforråd
Lær adjektiver – nederlandsk
zelfgemaakt
de zelfgemaakte aardbeienpunch
hjemmelaget
den hjemmelagde jordbærbowlen
dwaas
het dwaze paar
tåpelig
et tåpelig par
over
het overgebleven eten
resterende
den resterende maten
verontwaardigd
een verontwaardigde vrouw
forarget
en forarget kvinne
zeldzaam
een zeldzame panda
sjelden
en sjelden panda
verwant
de verwante handgebaren
beslektet
de beslektede håndtegnene
verwisselbaar
drie verwisselbare baby‘s
forvekselbar
tre forvekselbare babyer
rijp
rijpe pompoenen
moden
modne gresskar
horizontaal
de horizontale lijn
horisontal
den horisontale linjen
verlegen
een verlegen meisje
sjenert
en sjenert jente
afgelegen
het afgelegen huis
avsideliggende
det avsideliggende huset