Ordforråd

Lær adjektiver – nederlandsk

cms/adjectives-webp/170812579.webp
los
de losse tand
løs
den løse tannen
cms/adjectives-webp/109594234.webp
voorste
de voorste rij
forreste
den forreste rekken
cms/adjectives-webp/119348354.webp
afgelegen
het afgelegen huis
avsideliggende
det avsideliggende huset
cms/adjectives-webp/132189732.webp
slecht
een slechte dreiging
ond
en ond trussel
cms/adjectives-webp/13792819.webp
onbegaanbaar
de onbegaanbare weg
uframkommelig
den uframkommelige veien
cms/adjectives-webp/105595976.webp
extern
een externe opslag
ekstern
en ekstern lagring
cms/adjectives-webp/130510130.webp
streng
de strenge regel
streng
den strenge regelen
cms/adjectives-webp/96290489.webp
nutteloos
de nutteloze autospiegel
nytteløs
det nytteløse bilspeilet
cms/adjectives-webp/95321988.webp
afzonderlijk
de afzonderlijke boom
enkel
det enkelte treet
cms/adjectives-webp/69596072.webp
eerlijk
de eerlijke eed
ærlig
den ærlige eden
cms/adjectives-webp/125831997.webp
bruikbaar
bruikbare eieren
brukbar
brukbare egg
cms/adjectives-webp/133153087.webp
schoon
schone was
ren
ren vask