Ordforråd
Lær adjektiver – nederlandsk

jaarlijks
het jaarlijkse carnaval
årlig
den årlige karnevalet

centraal
het centrale marktplein
sentral
den sentrale markedsplassen

vers
verse oesters
frisk
friske østers

veelkleurig
veelkleurige paaseieren
fargerik
fargerike påskeegg

persoonlijk
de persoonlijke begroeting
personlig
den personlige hilsenen

steil
de steile berg
bratt
den bratte fjellet

wreed
de wrede jongen
grusom
den grusomme gutten

machtig
een machtige leeuw
mektig
en mektig løve

verontwaardigd
een verontwaardigde vrouw
forarget
en forarget kvinne

vreemd
een vreemde eetgewoonte
merkelig
en merkelig spisevaner

gelijkend
twee gelijkende vrouwen
lik
to like kvinner
