Ordforråd
Lær adjektiver – nederlandsk

wolkenloos
een wolkenloze hemel
skyfri
en skyfri himmel

onwaarschijnlijk
een onwaarschijnlijke worp
usannsynlig
et usannsynlig kast

uitstekend
het uitstekende eten
utmerket
et utmerket måltid

besneeuwd
besneeuwde bomen
snødekt
snødekte trær

gescheiden
het gescheiden koppel
skilt
det skilte paret

zonnig
een zonnige lucht
solskinn
en solrik himmel

onzinnig
een onzinnig plan
dum
en dum plan

tijdelijk
de tijdelijke parkeertijd
tidsbestemt
den tidsbestemte parkeringstiden

serieus
een serieuze bespreking
alvorlig
et alvorlig møte

illegaal
de illegale hennepteelt
ulovlig
den ulovlige hampdyrkingen

mannelijk
een mannelijk lichaam
mannlig
en mannlig kropp
