Woordenlijst

Lets – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/58477450.webp
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
cms/verbs-webp/117897276.webp
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/1502512.webp
lezen
Ik kan niet zonder bril lezen.
cms/verbs-webp/117491447.webp
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
cms/verbs-webp/122394605.webp
vervangen
De automonteur vervangt de banden.
cms/verbs-webp/55269029.webp
missen
Hij miste de spijker en verwondde zichzelf.
cms/verbs-webp/113415844.webp
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
cms/verbs-webp/853759.webp
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
cms/verbs-webp/106725666.webp
controleren
Hij controleert wie daar woont.
cms/verbs-webp/125376841.webp
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.