Taalgids

nl Possessief pronomen 2   »   zh 物主代词2

67 [zevenenzestig]

Possessief pronomen 2

Possessief pronomen 2

67[六十七]

67 [Liùshíqī]

物主代词2

wù zhǔ dàicí 2

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Chinees (vereenvoudigd) Geluid meer
de bril -镜 眼_ 眼- -- 眼镜 0
wù---- d--c- 2 w_ z__ d____ 2 w- z-ǔ d-i-í 2 -------------- wù zhǔ dàicí 2
Hij is zijn bril vergeten. 他-- 他- 眼镜 忘-- 。 他 把 他_ 眼_ 忘 了 。 他 把 他- 眼- 忘 了 。 --------------- 他 把 他的 眼镜 忘 了 。 0
w---hǔ--àic--2 w_ z__ d____ 2 w- z-ǔ d-i-í 2 -------------- wù zhǔ dàicí 2
Waar ligt zijn bril dan? 他的 眼镜 到- --- ? 他_ 眼_ 到_ 在 哪 ? 他- 眼- 到- 在 哪 ? -------------- 他的 眼镜 到底 在 哪 ? 0
yǎn-ì-g y______ y-n-ì-g ------- yǎnjìng
de klok 钟,表 钟__ 钟-表 --- 钟,表 0
y---ì-g y______ y-n-ì-g ------- yǎnjìng
Zijn horloge is kapot. 他- 表-坏 --。 他_ 表 坏 了 。 他- 表 坏 了 。 ---------- 他的 表 坏 了 。 0
yǎ----g y______ y-n-ì-g ------- yǎnjìng
De klok hangt aan de muur. 钟 挂--墙---。 钟 挂_ 墙 上 。 钟 挂- 墙 上 。 ---------- 钟 挂在 墙 上 。 0
tā ----ā -e yǎ---n- --n--e. t_ b_ t_ d_ y______ w______ t- b- t- d- y-n-ì-g w-n-l-. --------------------------- tā bǎ tā de yǎnjìng wàngle.
het paspoort 护- 护_ 护- -- 护照 0
t- bǎ t- de --njì-------le. t_ b_ t_ d_ y______ w______ t- b- t- d- y-n-ì-g w-n-l-. --------------------------- tā bǎ tā de yǎnjìng wàngle.
Hij is zijn paspoort verloren. 他-把 -- 护照-----。 他 把 他_ 护_ 丢 了 。 他 把 他- 护- 丢 了 。 --------------- 他 把 他的 护照 丢 了 。 0
tā--ǎ -------ǎ-j-ng -àngle. t_ b_ t_ d_ y______ w______ t- b- t- d- y-n-ì-g w-n-l-. --------------------------- tā bǎ tā de yǎnjìng wàngle.
Waar heeft hij zijn paspoort dan? 他的------ 在-哪- ? 他_ 护_ 到_ 在 哪_ ? 他- 护- 到- 在 哪- ? --------------- 他的 护照 到底 在 哪里 ? 0
T--d--yǎn-ìn--d---ǐ -ài -ǎ? T_ d_ y______ d____ z__ n__ T- d- y-n-ì-g d-o-ǐ z-i n-? --------------------------- Tā de yǎnjìng dàodǐ zài nǎ?
zij – hun 她–-的 她___ 她-她- ---- 她–她的 0
T---- yǎn-ì-g--àodǐ z-i-n-? T_ d_ y______ d____ z__ n__ T- d- y-n-ì-g d-o-ǐ z-i n-? --------------------------- Tā de yǎnjìng dàodǐ zài nǎ?
De kinderen kunnen hun ouders niet vinden. 孩-- 不- 找到-他们的--母 孩__ 不_ 找_ 他__ 父_ 孩-们 不- 找- 他-的 父- ---------------- 孩子们 不能 找到 他们的 父母 0
Tā -e yǎnjì-- dàodǐ-zài n-? T_ d_ y______ d____ z__ n__ T- d- y-n-ì-g d-o-ǐ z-i n-? --------------------------- Tā de yǎnjìng dàodǐ zài nǎ?
Maar daar komen hun ouders al aan! 但是---的 ---来了 ! 但_ 他__ 父_ 来_ ! 但- 他-的 父- 来- ! -------------- 但是 他们的 父母 来了 ! 0
Zh-n-- b--o Z_____ b___ Z-ō-g- b-ǎ- ----------- Zhōng, biǎo
u – uw 您--的 您___ 您-您- ---- 您–您的 0
Z-ōng,-biǎo Z_____ b___ Z-ō-g- b-ǎ- ----------- Zhōng, biǎo
Hoe was uw reis, meneer Müller? 米---- 您的 ----么- ? 米____ 您_ 旅_ 怎__ ? 米-先-, 您- 旅- 怎-样 ? ----------------- 米勒先生, 您的 旅行 怎么样 ? 0
Zhō--- b-ǎo Z_____ b___ Z-ō-g- b-ǎ- ----------- Zhōng, biǎo
Waar is uw vrouw, meneer Müller? 米勒-生- -的-太太 在--里 ? 米____ 您_ 太_ 在 哪_ ? 米-先-, 您- 太- 在 哪- ? ------------------ 米勒先生, 您的 太太 在 哪里 ? 0
t- de---ǎ- ---i-e. t_ d_ b___ h______ t- d- b-ǎ- h-à-l-. ------------------ tā de biǎo huàile.
u – uw 您–-的 您___ 您-您- ---- 您–您的 0
t---- --ǎo-huàile. t_ d_ b___ h______ t- d- b-ǎ- h-à-l-. ------------------ tā de biǎo huàile.
Hoe was uw reis, mevrouw Schmidt? 施-------- 旅行 -么样 ? 施_____ 您_ 旅_ 怎__ ? 施-特-士- 您- 旅- 怎-样 ? ------------------ 施密特女士, 您的 旅行 怎么样 ? 0
t- -e-b-----u-i--. t_ d_ b___ h______ t- d- b-ǎ- h-à-l-. ------------------ tā de biǎo huàile.
Waar is uw man, mevrouw Schmidt? 施密特女-, -- -生 --哪--? 施_____ 您_ 先_ 在 哪_ ? 施-特-士- 您- 先- 在 哪- ? ------------------- 施密特女士, 您的 先生 在 哪里 ? 0
Z---- --à ----qi-ng-s-àng. Z____ g__ z__ q____ s_____ Z-ō-g g-à z-i q-á-g s-à-g- -------------------------- Zhōng guà zài qiáng shàng.

Genetische mutatie maakt het spreken mogelijk

Van alle levende wezens in de wereld kan alleen de mens spreken. Dit onderscheidt hun van dieren en planten. Natuurlijk kunnen ook dieren en planten met elkaar communiceren. Ze beheersen nog niet de complexe lettergrepen Maar waarom kan de mens wel spreken? Om te kunnen spreken zijn er organische kenmerken nodig. Deze fysische eigenschappen hebben alleen mensen. Het is natuurlijk niet vanzelfsprekend dat deze zijn ontwikkeld In de evolutionaire geschiedenis gebeurde niets zonder een reden. Uiteindelijk begon de mens te praten. Wanneer het precies gebeurde is nog niet bekend. Maar er moest iets gebeurd zijn dat de mens liet spreken. Onderzoekers denken dat een genetische mutatie daarvoor verantwoordelijk was. Antropologen hebben de erfelijkheid van verschillende organismen vergeleken. Het is bekend dat een bepaald gen de taal beïnvloeden gaat. Mensen met een beschadiging hebben problemen met talen. Ze kunnen zichzelf niet goed uitdrukken en begrijpen de woorden minder goed. Dit gen werden bij mensen, apen en muizen onderzocht. Bij mensen en chimpansees is het zeer vergelijkbaar. Slechts twee kleine verschillen worden herkend. Deze verschillen zijn echter in de hersenen merkbaar. Samen met andere genen worden bepaalde hersenactiviteiten beïnvloedt. Hierdoor kan de mens spreken en de aap niet. Het mysterie van de menselijke taal is daarmee nog niet opgelost. Omdat de genmutatie alleen niet voldoende is om te kunnen spreken. Onderzoekers hebben de menselijke genvariant in muizen geïmplanteerd. Ze konden daarna nog niet spreken ... Het piepen had alleen maar een ander geluid!