אוצר מילים
למד מילים - הולנדית

ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
גם
הכלב גם מותר לו לשבת ליד השולחן.

beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
למטה
הוא שוכב למטה על הרצפה.

buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
החוצה
לילד החולה אסור לצאת החוצה.

net
Ze is net wakker geworden.
זה עתה
היא זה עתה התעוררה.

‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
בבוקר
יש לי הרבה מתח בעבודה בבוקר.

ook
Haar vriendin is ook dronken.
גם
החברה שלה גם שיכורה.

altijd
Je kunt ons altijd bellen.
בכל זמן
אתה יכול להתקשר אלינו בכל זמן.

ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
איפשהו
ארנב התחבא איפשהו.

naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
למטה
היא קופצת למטה למים.

misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
אולי
אולי היא רוצה לחיות במדינה אחרת.

gisteren
Het regende hard gisteren.
אתמול
הייתה גשם כבד אתמול.
