Sõnavara

Õppige tegusõnu – hollandi

cms/verbs-webp/111792187.webp
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
valima
Õige valiku tegemine on raske.
cms/verbs-webp/100011426.webp
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
mõjutama
Ära lase end teiste poolt mõjutada!
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
puhastama
Töötaja puhastab akent.
cms/verbs-webp/58993404.webp
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
koju minema
Ta läheb töö järel koju.
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
taluma
Ta ei talu laulmist.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
allapoole rippuma
Võrkkiik ripub laest alla.
cms/verbs-webp/73751556.webp
bidden
Hij bidt in stilte.
palvetama
Ta palvetab vaikselt.
cms/verbs-webp/41019722.webp
naar huis rijden
Na het winkelen rijden de twee naar huis.
koju sõitma
Pärast ostlemist sõidavad nad kahekesi koju.
cms/verbs-webp/1422019.webp
herhalen
Mijn papegaai kan mijn naam herhalen.
kordama
Mu papagoi oskab mu nime korrata.
cms/verbs-webp/18473806.webp
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!
saama korda
Palun oota, saad kohe oma korda!
cms/verbs-webp/103797145.webp
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
palkima
Ettevõte soovib rohkem inimesi palkida.
cms/verbs-webp/60625811.webp
vernietigen
De bestanden worden volledig vernietigd.
hävitama
Failid hävitatakse täielikult.