Wortschatz
Lerne Adjektive – Niederländisch

minderjarig
een minderjarig meisje
minderjährig
ein minderjähriges Mädchen

vers
verse oesters
frisch
frische Austern

afgelegen
het afgelegen huis
entlegen
das entlegene Haus

beschikbaar
de beschikbare windenergie
verfügbar
die verfügbare Windenergie

getrouwd
het pas getrouwde echtpaar
verheiratet
das frisch verheiratete Ehepaar

toekomstig
een toekomstige energieproductie
zukünftig
eine zukünftige Energieerzeugung

uitstekend
een uitstekende wijn
exzellent
ein exzellenter Wein

koel
het koele drankje
kühl
das kühle Getränk

buitenlands
buitenlandse verbondenheid
ausländisch
ausländische Verbundenheit

onmogelijk
een onmogelijke toegang
unmöglich
ein unmöglicher Zugang

verstandig
de verstandige stroomproductie
vernünftig
die vernünftige Stromerzeugung
