Wortschatz
Lerne Adjektive – Niederländisch

Iers
de Ierse kust
irisch
die irische Küste

uitstekend
een uitstekend idee
ausgezeichnet
eine ausgezeichnete Idee

troebel
een troebel bier
trübe
ein trübes Bier

bruin
een bruine houten muur
braun
eine braune Holzwand

onvoorzichtig
het onvoorzichtige kind
unvorsichtig
das unvorsichtige Kind

behulpzaam
een behulpzame dame
hilfsbereit
eine hilfsbereite Dame

stiekem
het stiekeme snoepen
heimlich
die heimliche Nascherei

aardig
de aardige bewonderaar
nett
der nette Verehrer

schuldbeladen
het schuldbeladen individu
verschuldet
die verschuldete Person

geopend
de geopende doos
geöffnet
der geöffnete Karton

half
de halve appel
halb
der halbe Apfel
