Wortschatz

Lerne Adjektive – Niederländisch

cms/adjectives-webp/118410125.webp
eetbaar
de eetbare chilipepers
essbar
die essbaren Chilischoten
cms/adjectives-webp/167400486.webp
slaperig
slaperige fase
schläfrig
schläfrige Phase
cms/adjectives-webp/144942777.webp
ongebruikelijk
ongebruikelijk weer
unüblich
unübliches Wetter
cms/adjectives-webp/117966770.webp
stil
het verzoek stil te zijn
leise
die Bitte leise zu sein
cms/adjectives-webp/134068526.webp
gelijk
twee gelijke patronen
gleich
zwei gleiche Muster
cms/adjectives-webp/100834335.webp
onzinnig
een onzinnig plan
bescheuert
ein bescheuerter Plan
cms/adjectives-webp/9139548.webp
vrouwelijk
vrouwelijke lippen
weiblich
weibliche Lippen
cms/adjectives-webp/126284595.webp
flitsend
een flitsende auto
flott
ein flotter Wagen
cms/adjectives-webp/78306447.webp
jaarlijks
de jaarlijkse toename
jährlich
die jährliche Steigerung
cms/adjectives-webp/119362790.webp
somber
een sombere hemel
düster
ein düsterer Himmel
cms/adjectives-webp/118445958.webp
angstig
een angstige man
furchtsam
ein furchtsamer Mann
cms/adjectives-webp/100004927.webp
zoet
het zoete snoepgoed
süß
das süße Konfekt