Wortschatz
Lerne Adjektive – Niederländisch

voorzichtig
de voorzichtige jongen
behutsam
der behutsame Junge

extreem
de extreme surfen
extrem
das extreme Surfen

lui
een lui leven
faul
ein faules Leben

nutteloos
de nutteloze autospiegel
nutzlos
der nutzlose Autospiegel

verontwaardigd
een verontwaardigde vrouw
empört
eine empörte Frau

tijdelijk
de tijdelijke parkeertijd
befristet
die befristete Parkzeit

beschikbaar
de beschikbare windenergie
verfügbar
die verfügbare Windenergie

prachtig
een prachtige jurk
wunderschön
ein wunderschönes Kleid

verrast
de verraste junglebezoeker
überrascht
der überraschte Dschungelbesucher

afhankelijk
medicijnafhankelijke zieken
abhängig
medikamentenabhängige Kranke

glanzend
een glanzende vloer
glänzend
ein glänzender Fußboden
