Wortschatz

Lerne Adjektive – Niederländisch

cms/adjectives-webp/132704717.webp
zwak
de zwakke zieke
schwach
die schwache Kranke
cms/adjectives-webp/167400486.webp
slaperig
slaperige fase
schläfrig
schläfrige Phase
cms/adjectives-webp/74180571.webp
vereist
de vereiste winterbanden
erforderlich
die erforderliche Winterbereifung
cms/adjectives-webp/133003962.webp
warm
de warme sokken
warm
die warmen Socken
cms/adjectives-webp/115554709.webp
Fins
de Finse hoofdstad
finnisch
die finnische Hauptstadt
cms/adjectives-webp/59882586.webp
alcoholistisch
de alcoholverslaafde man
alkoholsüchtig
der alkoholsüchtige Mann
cms/adjectives-webp/60352512.webp
over
het overgebleven eten
übrig
das übrige Essen
cms/adjectives-webp/116647352.webp
smal
de smalle hangbrug
schmal
die schmale Hängebrücke
cms/adjectives-webp/99027622.webp
illegaal
de illegale hennepteelt
illegal
der illegale Hanfanbau
cms/adjectives-webp/72841780.webp
verstandig
de verstandige stroomproductie
vernünftig
die vernünftige Stromerzeugung
cms/adjectives-webp/49649213.webp
eerlijk
een eerlijke verdeling
gerecht
eine gerechte Teilung
cms/adjectives-webp/144231760.webp
gek
een gekke vrouw
verrückt
eine verrückte Frau