Wortschatz
Lerne Adjektive – Niederländisch

nat
de natte kleding
nass
die nasse Kleidung

perfect
het perfecte glas-in-lood roosvenster
vollkommen
die vollkommene Glasfensterrosette

slim
een slimme vos
schlau
ein schlauer Fuchs

getrouwd
het pas getrouwde echtpaar
verheiratet
das frisch verheiratete Ehepaar

actief
actieve gezondheidsbevordering
aktiv
aktive Gesundheitsförderung

inbegrepen
de inbegrepen rietjes
inbegriffen
die inbegriffenen Strohhalme

grappig
de grappige verkleedpartij
witzig
die witzige Verkleidung

gevarieerd
een gevarieerd fruitaanbod
abwechslungsreich
ein abwechslungsreiches Obstangebot

verwant
de verwante handgebaren
verwandt
die verwandten Handzeichen

hevig
de hevige aardbeving
heftig
das heftige Erdbeben

eerste
de eerste lentebloemen
erste
die ersten Frühlingsblumen
