Slovník

Naučte se příslovce – holandština

cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
velmi
Dítě je velmi hladové.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
dolů
Leží dole na podlaze.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
v
Jde dovnitř nebo ven?
cms/adverbs-webp/145004279.webp
nergens
Deze sporen leiden naar nergens.
nikam
Tyto koleje nevedou nikam.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
dolů
Spadne dolů z výšky.
cms/adverbs-webp/7659833.webp
gratis
Zonne-energie is gratis.
zadarmo
Solární energie je zadarmo.
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
trochu
Chci trochu více.
cms/adverbs-webp/57758983.webp
half
Het glas is half leeg.
napůl
Sklenice je napůl prázdná.
cms/adverbs-webp/123249091.webp
samen
De twee spelen graag samen.
společně
Ti dva rádi hrají společně.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
stejně
Tito lidé jsou různí, ale stejně optimističtí!
cms/adverbs-webp/176340276.webp
bijna
Het is bijna middernacht.
téměř
Je téměř půlnoc.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
znovu
Setkali se znovu.