Лексика

Вивчайте прислівники – нідерландська

cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
геть
Він несе добичу геть.
cms/adverbs-webp/23708234.webp
correct
Het woord is niet correct gespeld.
правильно
Слово написано не правильно.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
ззовні
Ми їмо сьогодні ззовні.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
внизу
Він лежить на підлозі внизу.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
майже
Я майже влучив!
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
наприклад
Як вам цей колір, наприклад?
cms/adverbs-webp/29021965.webp
niet
Ik hou niet van de cactus.
не
Мені не подобається кактус.
cms/adverbs-webp/162590515.webp
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
достатньо
Вона хоче спати і має достатньо шуму.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
завжди
Тут завжди було озеро.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
вниз
Вона стрибає вниз у воду.
cms/adverbs-webp/142522540.webp
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
через
Вона хоче перейти дорогу на скутері.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
весь день
Матері потрібно працювати весь день.