Лексика

Вивчайте прислівники – нідерландська

cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
геть
Він несе добичу геть.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
також
Собака також може сидіти за столом.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
занадто багато
Він завжди працював занадто багато.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
в
Вони заходять всередину.
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.
сам
Я насолоджуюся вечором сам.
cms/adverbs-webp/138692385.webp
ergens
Een konijn heeft zich ergens verstopt.
десь
Заєць ховається десь.
cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
наприклад
Як вам цей колір, наприклад?
cms/adverbs-webp/22328185.webp
een beetje
Ik wil een beetje meer.
трохи
Я хочу трохи більше.
cms/adverbs-webp/142522540.webp
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
через
Вона хоче перейти дорогу на скутері.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
ззовні
Ми їмо сьогодні ззовні.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
досить
Вона досить струнка.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
вже
Він вже спить.