Woordenlijst

Portugees (PT) – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/100466065.webp
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/60111551.webp
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/93169145.webp
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/104820474.webp
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
cms/verbs-webp/82845015.webp
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
cms/verbs-webp/65840237.webp
sturen
De goederen worden in een pakket naar mij gestuurd.
cms/verbs-webp/21529020.webp
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/86064675.webp
duwen
De auto stopte en moest geduwd worden.
cms/verbs-webp/84365550.webp
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/84850955.webp
veranderen
Veel is veranderd door klimaatverandering.
cms/verbs-webp/111750432.webp
hangen
Ze hangen beide aan een tak.