Woordenlijst

Maleis – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/131098316.webp
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
cms/verbs-webp/113885861.webp
besmet raken
Ze raakte besmet met een virus.
cms/verbs-webp/100565199.webp
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/111160283.webp
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.
cms/verbs-webp/113248427.webp
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/113966353.webp
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/27076371.webp
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/102447745.webp
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/113842119.webp
voorbijgaan
De middeleeuwse periode is voorbijgegaan.
cms/verbs-webp/119952533.webp
smaken
Dit smaakt echt goed!
cms/verbs-webp/43532627.webp
wonen
Ze wonen in een gedeeld appartement.
cms/verbs-webp/127720613.webp
missen
Hij mist zijn vriendin erg.