Rječnik
Naučite priloge – nizozemski

alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
sve
Ovdje možete vidjeti sve zastave svijeta.

daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
tamo
Idi tamo, pa pitaj ponovno.

veel
Ik lees inderdaad veel.
puno
Zaista puno čitam.

minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
barem
Frizer nije koštao puno, barem.

vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
često
Tornada se ne viđaju često.

gratis
Zonne-energie is gratis.
besplatno
Solarna energija je besplatna.

in
Ze springen in het water.
u
Oni skaču u vodu.

half
Het glas is half leeg.
pola
Čaša je pola prazna.

opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
ponovno
On sve piše ponovno.

meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
više
Starija djeca dobivaju više džeparca.

in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
u
Ide li on unutra ili van?
