คำศัพท์

เรียนรู้คำกริยา – ดัตช์

cms/verbs-webp/101383370.webp
uitgaan
De meisjes gaan graag samen uit.
ออก
สาวๆชอบไปเที่ยวด้วยกัน
cms/verbs-webp/14606062.webp
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
มีสิทธิ์
ผู้สูงอายุมีสิทธิ์ได้รับเงินบำนาญ
cms/verbs-webp/28787568.webp
verdwalen
Mijn sleutel is vandaag verloren gegaan!
สูญหาย
กุญแจของฉันสูญหายวันนี้!
cms/verbs-webp/44848458.webp
stoppen
Je moet stoppen bij het rode licht.
หยุด
คุณต้องหยุดที่ไฟแดง
cms/verbs-webp/63457415.webp
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
ทำให้ง่าย
คุณต้องทำให้สิ่งซับซ้อนเป็นเรื่องง่ายสำหรับเด็ก
cms/verbs-webp/102447745.webp
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
ยกเลิก
เขายกเลิกการประชุมน่าเสียดาย
cms/verbs-webp/114231240.webp
liegen
Hij liegt vaak als hij iets wil verkopen.
โกหก
เขาโกหกบ่อยเมื่อเขาต้องการขายอะไรสักอย่าง
cms/verbs-webp/113393913.webp
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
ดึงขึ้น
รถแท็กซี่ได้ดึงขึ้นที่ป้ายรถเมล์
cms/verbs-webp/122632517.webp
misgaan
Alles gaat vandaag mis!
ผิดพลาด
ทุกอย่างผิดพลาดวันนี้!
cms/verbs-webp/58477450.webp
verhuren
Hij verhuurt zijn huis.
เช่า
เขาเช่าบ้านของเขา
cms/verbs-webp/128644230.webp
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.
ต่ออายุ
ช่างทาสีต้องการต่ออายุสีของผนัง
cms/verbs-webp/111792187.webp
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
เลือก
มันยากที่จะเลือกสิ่งที่ถูกต้อง