Ordforråd
Lær adjektiver – nederlandsk

eerlijk
een eerlijke verdeling
rettferdig
en rettferdig deling

geniaal
een geniale vermomming
genial
en genial forkledning

alleenstaand
een alleenstaande moeder
enslig
en enslig mor

zonnig
een zonnige lucht
solskinn
en solrik himmel

afhankelijk
medicijnafhankelijke zieken
avhengig
medisinavhengige syke

klaar
de klaarstaande hardlopers
klar
de klare løperne

wreed
de wrede jongen
grusom
den grusomme gutten

bitter
bittere chocolade
bitter
bitter sjokolade

radicaal
de radicale probleemoplossing
radikal
den radikale problemløsningen

ongebruikelijk
ongebruikelijk weer
uvanlig
uvanlig vær

paars
paarse lavendel
lilla
lilla lavendel
