Woordenlijst
Leer bijvoeglijke naamwoorden – Duits

bereit
die bereiten Läufer
klaar
de klaarstaande hardlopers

schwer
ein schweres Sofa
zwaar
een zware bank

viel
viel Kapital
veel
veel kapitaal

unschätzbar
ein unschätzbarer Diamant
onschatbaar
een onschatbare diamant

bescheuert
ein bescheuerter Plan
onzinnig
een onzinnig plan

furchtbar
der furchtbare Hai
verschrikkelijk
de verschrikkelijke haai

wichtig
wichtige Termine
belangrijk
belangrijke afspraken

üblich
ein üblicher Brautstrauß
gebruikelijk
een gebruikelijk bruidsboeket

unnötig
der unnötige Regenschirm
onnodig
de onnodige paraplu

direkt
ein direkter Treffer
direct
een directe hit

ausländisch
ausländische Verbundenheit
buitenlands
buitenlandse verbondenheid
