Woordenlijst
Leer bijvoeglijke naamwoorden – Duits
kalt
dass kalte Wetter
koud
het koude weer
sonnig
ein sonniger Himmel
zonnig
een zonnige lucht
locker
der lockere Zahn
los
de losse tand
jährlich
die jährliche Steigerung
jaarlijks
de jaarlijkse toename
merkwürdig
das merkwürdige Bild
vreemd
het vreemde beeld
nett
der nette Verehrer
aardig
de aardige bewonderaar
vollkommen
die vollkommene Glasfensterrosette
perfect
het perfecte glas-in-lood roosvenster
bitter
bittere Pampelmusen
bitter
bittere grapefruits
geboren
ein frisch geborenes Baby
geboren
een pasgeboren baby
alt
eine alte Dame
oud
een oude dame
toll
der tolle Anblick
geweldig
het geweldige uitzicht