Vocabolario

Impara gli avverbi – Olandese

cms/adverbs-webp/121564016.webp
lang
Ik moest lang in de wachtkamer wachten.
a lungo
Ho dovuto aspettare a lungo nella sala d‘attesa.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
presto
Un edificio commerciale verrà aperto qui presto.
cms/adverbs-webp/7769745.webp
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
di nuovo
Lui scrive tutto di nuovo.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
in qualsiasi momento
Puoi chiamarci in qualsiasi momento.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
giù
Lei salta giù nell‘acqua.
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
prima
La sicurezza viene prima.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
giù
Lui cade giù dall‘alto.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
stesso
Queste persone sono diverse, ma ugualmente ottimiste!