Rječnik

Naučite priloge – nizozemski

cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
prvo
Sigurnost dolazi prvo.
cms/adverbs-webp/176235848.webp
in
De twee komen binnen.
unutra
Dvoje ulazi unutra.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
previše
Posao mi postaje previše.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
vani
Danas jedemo vani.
cms/adverbs-webp/38216306.webp
ook
Haar vriendin is ook dronken.
također
Njena prijateljica je također pijana.
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
prije
Bila je deblja prije nego sada.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cijeli dan
Majka mora raditi cijeli dan.
cms/adverbs-webp/178180190.webp
daar
Ga daarheen, vraag dan opnieuw.
tamo
Idi tamo, pa ponovo pitaj.
cms/adverbs-webp/132510111.webp
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
noću
Mjesec svijetli noću.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
vani
Bolestan dječak ne smije izaći van.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
uskoro
Ovdje će uskoro biti otvorena poslovna zgrada.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
unutra
Da li on ulazi unutra ili izlazi?