Rječnik

Naučite priloge – nizozemski

cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
dolje
On leži dolje na podu.
cms/adverbs-webp/10272391.webp
al
Hij slaapt al.
već
On je već zaspao.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
vani
Danas jedemo vani.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
vani
Bolestan dječak ne smije izaći van.
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
prvo
Sigurnost dolazi prvo.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
previše
Posao mi postaje previše.
cms/adverbs-webp/40230258.webp
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
previše
Uvijek je previše radio.
cms/adverbs-webp/77731267.webp
veel
Ik lees inderdaad veel.
mnogo
Stvarno mnogo čitam.
cms/adverbs-webp/96549817.webp
weg
Hij draagt de prooi weg.
dalje
On odnosi plijen dalje.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
sve
Ovdje možete vidjeti sve zastave svijeta.
cms/adverbs-webp/176427272.webp
naar beneden
Hij valt van boven naar beneden.
dolje
On pada dolje s vrha.
cms/adverbs-webp/73459295.webp
ook
De hond mag ook aan tafel zitten.
također
Pas također smije sjediti za stolom.