Rječnik

Naučite priloge – nizozemski

cms/adverbs-webp/77321370.webp
bijvoorbeeld
Hoe vind je deze kleur, bijvoorbeeld?
na primjer
Kako vam se sviđa ova boja, na primjer?
cms/adverbs-webp/46438183.webp
voor
Ze was voorheen dikker dan nu.
prije
Bila je deblja prije nego sada.
cms/adverbs-webp/135100113.webp
altijd
Hier was altijd een meer.
uvijek
Ovdje je uvijek bilo jezero.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
ujutro
Moram ustati rano ujutro.
cms/adverbs-webp/174985671.webp
bijna
De tank is bijna leeg.
skoro
Rezervoar je skoro prazan.
cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
vani
Danas jedemo vani.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
al
Het huis is al verkocht.
već
Kuća je već prodana.
cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
sutra
Nitko ne zna što će biti sutra.
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
sve
Ovdje možete vidjeti sve zastave svijeta.
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
tamo
Cilj je tamo.
cms/adverbs-webp/142522540.webp
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
preko
Želi preći cestu sa skuterom.
cms/adverbs-webp/12727545.webp
beneden
Hij ligt beneden op de vloer.
dolje
On leži dolje na podu.