Rječnik

Naučite priloge – nizozemski

cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
sutra
Nitko ne zna što će biti sutra.
cms/adverbs-webp/155080149.webp
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
zašto
Djeca žele znati zašto je sve kako jest.
cms/adverbs-webp/75164594.webp
vaak
Tornado‘s worden niet vaak gezien.
često
Tornada se ne viđaju često.
cms/adverbs-webp/38720387.webp
naar beneden
Ze springt naar beneden in het water.
dolje
Ona skače dolje u vodu.
cms/adverbs-webp/71970202.webp
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
prilično
Ona je prilično vitka.
cms/adverbs-webp/111290590.webp
even
Deze mensen zijn verschillend, maar even optimistisch!
isto
Ovi ljudi su različiti, ali jednako optimistični!
cms/adverbs-webp/141168910.webp
daar
Het doel is daar.
tamo
Cilj je tamo.
cms/adverbs-webp/29115148.webp
maar
Het huis is klein maar romantisch.
ali
Kuća je mala ali romantična.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
vani
Bolestan dječak ne smije izaći van.
cms/adverbs-webp/142522540.webp
over
Ze wil de straat oversteken met de scooter.
preko
Želi preći cestu sa skuterom.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
previše
Posao mi postaje previše.
cms/adverbs-webp/134906261.webp
al
Het huis is al verkocht.
već
Kuća je već prodana.