መዝገበ ቃላት
ግሶችን ይማሩ – ደችኛ
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
ማድረግ
ከአንድ ሰዓት በፊት እንዲህ ማድረግ ነበረብህ!
leiden
Hij leidt het meisje bij de hand.
መምራት
ልጅቷን በእጁ ይመራታል.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
ስራ
ሞተር ብስክሌቱ ተሰብሯል; ከእንግዲህ አይሰራም.
een fout maken
Denk goed na zodat je geen fout maakt!
ስህተት መስራት
ስህተት እንዳትሠራ በጥንቃቄ አስብ!
tegenover liggen
Daar is het kasteel - het ligt er recht tegenover!
ውሸት ተቃራኒ
ቤተ መንግሥቱ አለ - በትክክል ተቃራኒ ነው!
kiezen
Het is moeilijk om de juiste te kiezen.
መምረጥ
ትክክለኛውን መምረጥ ከባድ ነው.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
ማሻሻል
የእሷን ገጽታ ማሻሻል ትፈልጋለች.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
ጉዳት
በአደጋው ሁለት መኪኖች ጉዳት ደርሶባቸዋል።
klinken
Haar stem klinkt fantastisch.
ድምፅ
ድምጿ ድንቅ ይመስላል።
slaan
Ze slaat de bal over het net.
መታ
መረብ ላይ ኳሷን መታች።
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
ተንከባከቡ
የእኛ የጽዳት ሰራተኛ የበረዶ ማስወገድን ይንከባከባል.