መዝገበ ቃላት
ግሶችን ይማሩ – ደችኛ

beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
መጀመር
ተጓዦች ገና በማለዳ ጀመሩ።

opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
መቆም
ሁለቱ ጓደኞች ሁልጊዜ እርስ በርስ መቆም ይፈልጋሉ.

werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
ስራ
ሞተር ብስክሌቱ ተሰብሯል; ከእንግዲህ አይሰራም.

voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!
ይቅደም
ጤና ሁል ጊዜ ይቀድማል!

liggen
De kinderen liggen samen in het gras.
ውሸት
ልጆቹ በሳሩ ውስጥ አብረው ተኝተዋል።

ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
የታመመ ማስታወሻ ያግኙ
ከሐኪሙ የታመመ ማስታወሻ ማግኘት አለበት.

horen
Ik kan je niet horen!
ሰማ
አልሰማህም!

verrassen
Ze verraste haar ouders met een cadeau.
አስገራሚ
በስጦታ ወላጆቿን አስገረመች።

bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.
ግንባታ
ልጆቹ ረጅም ግንብ እየገነቡ ነው።

schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
ንጹህ
ወጥ ቤቱን ታጸዳለች።

denken
Je moet veel denken bij schaken.
አስብ
በቼዝ ውስጥ ብዙ ማሰብ አለብዎት.
