Vocabulario
Aprender adjetivos – neerlandés

beroemd
de beroemde tempel
famoso
el templo famoso

overig
de overgebleven sneeuw
restante
la nieve restante

aardig
de aardige bewonderaar
amable
el admirador amable

los
de losse tand
suelto
el diente suelto

puur
puur water
puro
agua pura

vreemd
een vreemde eetgewoonte
extraño
un hábito alimenticio extraño

koel
het koele drankje
fresco
la bebida fresca

veelkleurig
veelkleurige paaseieren
colorido
huevos de Pascua coloridos

afgehandeld
de afgehandelde sneeuwruiming
terminado
la eliminación de nieve terminada

gemeen
het gemene meisje
malicioso
una niña maliciosa

wolkenloos
een wolkenloze hemel
despejado
un cielo despejado
