Vocabulario
Aprender adjetivos – neerlandés

actief
actieve gezondheidsbevordering
activo
promoción activa de la salud

zwaar
een zware bank
pesado
un sofá pesado

duurzaam
de duurzame investering
permanente
la inversión de capital permanente

kreupel
een kreupel man
cojo
un hombre cojo

paars
paarse lavendel
lila
lavanda lila

dom
het domme praten
tonto
hablar tontamente

speels
het speelse leren
juguetón
el aprendizaje juguetón

verticaal
een verticale rots
vertical
una roca vertical

laatste
de laatste wens
último
la última voluntad

wolkenloos
een wolkenloze hemel
despejado
un cielo despejado

warm
de warme sokken
caliente
los calcetines calientes
