Vocabulario
Aprender adjetivos – neerlandés
volledig
een volledige kaalheid
completamente
una calvicie completa
getrouwd
het pas getrouwde echtpaar
casado
la pareja recién casada
eenzaam
de eenzame weduwnaar
solitario
el viudo solitario
over
het overgebleven eten
restante
la comida restante
wonderbaarlijk
de wonderbaarlijke komeet
maravilloso
el cometa maravilloso
snel
de snelle skiër
rápido
el esquiador de descenso rápido
waakzaam
de waakzame herdershond
alerta
el perro pastor alerta
natuurkundig
het natuurkundige experiment
físico
el experimento físico
ernstig
een ernstige overstroming
terrible
una inundación terrible
zelfgemaakt
de zelfgemaakte aardbeienpunch
casero
el ponche de fresa casero
paars
paarse lavendel
lila
lavanda lila