Vocabulario
Aprender adjetivos – neerlandés
nat
de natte kleding
mojado
la ropa mojada
tijdelijk
de tijdelijke parkeertijd
temporal
el tiempo de estacionamiento temporal
verticaal
een verticale rots
vertical
una roca vertical
blauw
blauwe kerstballen
azul
adornos de árbol de Navidad azules
lang
lang haar
largo
cabello largo
armzalig
armzalige woningen
miserable
viviendas miserables
uitstekend
het uitstekende eten
excelente
la comida excelente
inbegrepen
de inbegrepen rietjes
incluido
las pajitas incluidas
breed
een breed strand
ancho
una playa ancha
gemeen
het gemene meisje
malicioso
una niña maliciosa
stil
het verzoek stil te zijn
bajo
la petición de ser bajo