Vocabulari
Aprèn adverbis – neerlandès
‘s ochtends
‘s Ochtends heb ik veel stress op het werk.
al matí
Tinc molta pressió al treball al matí.
correct
Het woord is niet correct gespeld.
correctament
La paraula no està escrita correctament.
te veel
Het werk wordt me te veel.
massa
La feina se m‘està fent massa pesada.
iets
Ik zie iets interessants!
alguna cosa
Veig alguna cosa interessant!
behoorlijk
Ze is behoorlijk slank.
bastant
Ella és bastant prima.
samen
We leren samen in een kleine groep.
junts
Aprenem junts en un petit grup.
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
de nou
Es van trobar de nou.
opnieuw
Hij schrijft alles opnieuw.
de nou
Ell escriu tot de nou.
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
per què
Els nens volen saber per què tot és com és.
eerst
Veiligheid komt eerst.
primer
La seguretat ve primer.
te veel
Hij heeft altijd te veel gewerkt.
massa
Ell sempre ha treballat massa.