Vocabular
Învață adjective – Neerlandeză
mistig
de mistige schemering
cețos
amurgul cețos
hartig
de hartige soep
savuros
supa savuroasă
puur
puur water
pur
apa pură
waarschijnlijk
het waarschijnlijke gebied
probabil
domeniul probabil
avondlijk
een avondlijke zonsondergang
de seară
un apus de soare de seară
alleenstaand
een alleenstaande moeder
singură
mama singură
vorige
de vorige partner
anterior
partenerul anterior
geweldig
een geweldig rotslandschap
magnific
un peisaj stâncos magnific
onzinnig
een onzinnig plan
idiot
un plan idiot
eng
een enge verschijning
înfricoșător
o apariție înfricoșătoare
rijp
rijpe pompoenen
copt
dovleci copți