Woordenlijst

Maleis – Werkwoorden oefenen

cms/verbs-webp/120015763.webp
naar buiten willen
Het kind wil naar buiten.
cms/verbs-webp/58993404.webp
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
cms/verbs-webp/78342099.webp
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.
cms/verbs-webp/85623875.webp
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/32312845.webp
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
cms/verbs-webp/49853662.webp
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
cms/verbs-webp/113415844.webp
verlaten
Veel Engelsen wilden de EU verlaten.
cms/verbs-webp/123648488.webp
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/84847414.webp
zorgen voor
Onze zoon zorgt heel goed voor zijn nieuwe auto.
cms/verbs-webp/114593953.webp
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/95625133.webp
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/112286562.webp
werken
Ze werkt beter dan een man.