Woordenlijst

Oezbeeks – Bijwoordenoefening

cms/adverbs-webp/102260216.webp
morgen
Niemand weet wat morgen zal zijn.
cms/adverbs-webp/66918252.webp
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
cms/adverbs-webp/154535502.webp
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
cms/adverbs-webp/96364122.webp
eerst
Veiligheid komt eerst.
cms/adverbs-webp/178519196.webp
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
cms/adverbs-webp/23025866.webp
de hele dag
De moeder moet de hele dag werken.
cms/adverbs-webp/78163589.webp
bijna
Ik raakte bijna!
cms/adverbs-webp/170728690.webp
alleen
Ik geniet van de avond helemaal alleen.