Woordenlijst
Leer bijvoeglijke naamwoorden – Portugees (PT)

fiel
um sinal de amor fiel
trouw
een teken van trouwe liefde

confundível
três bebês confundíveis
verwisselbaar
drie verwisselbare baby‘s

nublado
o céu nublado
bewolkt
de bewolkte hemel

divorciado
o casal divorciado
gescheiden
het gescheiden koppel

prateado
o carro prateado
zilveren
de zilveren auto

apertado
o sofá apertado
strak
een strakke bank

macio
a cama macia
zacht
het zachte bed

violeta
a flor violeta
paars
de paarse bloem

igual
dois padrões iguais
gelijk
twee gelijke patronen

solteira
uma mãe solteira
alleenstaand
een alleenstaande moeder

frio
o tempo frio
koud
het koude weer
