Kosa kata

Pelajari Kata Kerja – Belanda

cms/verbs-webp/111615154.webp
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
mengantarkan
Ibu mengantarkan putrinya pulang ke rumah.
cms/verbs-webp/86196611.webp
overrijden
Helaas worden er nog veel dieren overreden door auto’s.
tertabrak
Sayangnya, banyak hewan yang masih tertabrak mobil.
cms/verbs-webp/107273862.webp
verbonden zijn
Alle landen op aarde zijn met elkaar verbonden.
terhubung
Semua negara di Bumi saling terhubung.
cms/verbs-webp/54887804.webp
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.
menjamin
Asuransi menjamin perlindungan dalam kasus kecelakaan.
cms/verbs-webp/122398994.webp
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
membunuh
Hati-hati, Anda bisa membunuh seseorang dengan kapak itu!
cms/verbs-webp/11579442.webp
gooien naar
Ze gooien de bal naar elkaar.
lempar
Mereka saling melempar bola.
cms/verbs-webp/105785525.webp
op handen zijn
Een ramp is op handen.
dekat
Bencana sudah dekat.
cms/verbs-webp/118026524.webp
ontvangen
Ik kan zeer snel internet ontvangen.
menerima
Saya bisa menerima internet yang sangat cepat.
cms/verbs-webp/130288167.webp
schoonmaken
Ze maakt de keuken schoon.
membersihkan
Dia membersihkan dapur.
cms/verbs-webp/68212972.webp
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.
berbicara
Siapa pun yang tahu sesuatu boleh berbicara di kelas.
cms/verbs-webp/71260439.webp
schrijven naar
Hij schreef me vorige week.
menulis kepada
Dia menulis kepadaku minggu lalu.
cms/verbs-webp/113248427.webp
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
menang
Dia mencoba menang dalam catur.